Jarenlang reed Piet dagelijks op zijn Solex-brommer en later in zijn auto naar de keramische industrie St. Joris in Beesel. In het kunstatelier van de steenfabriek werkte hij aan de honderden monumentale kunstwerken voor kerken, scholen, bankgebouwen, ziekenhuizen, en meer. Onlangs is het faillissement aangevraagd voor de keramische industrie St. Joris. Omdat St. Joris volgens de curator een “redelijk unieke tak van sport” bedreef, heeft de curator onderzocht of er een doorstart mogelijk is. Helaas bleek dit niet het geval.
Kort na de tweede wereldoorlog gaf St. Joris werk aan kunstenaars uit de regio die er aanvankelijk religieuze beelden maakten en vazen, potten en schalen beschilderden. Tijdens de wederopbouw ging het voor de wind met de steenfabriek, die gespecialiseerd was in geglazuurde bakstenen. Met de komst van architecten die speciale stenen of decoratie zochten voor hun bouwwerken, en met de zogenaamde 1%-regeling die ervoor zorgde dat openbare gebouwen voorzien werden van kunstwerken, nam de productie van monumentale kunstwerken een hoge vlucht. Piet was een graag geziene gast en wist ook zelf veel werk aan te werven. Ook kon hij bij St. Joris werken aan vrije keramische kunstwerken. Toen hij niet meer ‘in opdracht’ werkte, reed hij nog vrijwel dagelijks naar Beesel om te werken of alleen om te kijken hoe beelden uit de oven gekomen waren.
Veel keramische kunstwerken van Piet hebben de tand des tijds doorstaan. Nu veel gebouwen na hun levenscyclus worden afgebroken, zoekt men een nieuwe bestemming voor de kunstwerken. Met de (voorlopige) sluiting van St. Joris om economische redenen, kijken we terug op een mooie geschiedenis en zien met enige melancholie dat voor decoratie van bouwwerken tegenwoordig vooral de spuitbus wordt gehanteerd.